Stilzitten loont niet, ook niet met carnaval

orange-corner-2-001

Vragen?

Leg de casus voor aan een van onze gespecialiseerde arbeidsrechtadvocaten.

Samenvatting

Recent heeft Hof Den Bosch zich uitgesproken in een kwestie waarin een werkneemster aanspraak maakte op loon, drie jaar nadat zij niet meer werd opgeroepen voor haar werk. Volgens het hof had werkneemster het er welbewust bij laten zitten en heeft zij geen bereidheid getoond haar werk te verrichten. Zij had daarom geen recht op loon, ondanks het feit dat werkgever onduidelijkheid had gecreëerd over de voortzetting van het dienstverband.
Geschreven door:

Eric van Dam

+31 (0)6 101 72 222

evd@clintlittler.com

Wat speelde er?

In februari 2013 voerde werkneemster een discussie met haar leidinggevende over al dan niet doorwerken tijdens carnaval. Werkgever roept haar niet op en dus kan zij carnaval vieren. Ook daarna blijft het stil vanuit werkgever. In juli 2015 bericht het pensioenfonds werkneemster dat haar deelname begin 2015 is geëindigd. In februari 2016 laat werkneemster haar werkgever weten dat haar arbeidsovereenkomst nog steeds niet is geëindigd en ze daarom aanspraak maakt op loondoorbetaling.

Werkgever laat werkneemster in een reactie weten dat zij kort voor carnaval 2013 is ontslagen en vanaf dat moment geen recht op loon meer heeft.

Werkneemster stapt naar de rechter en vordert loondoorbetaling vanaf februari 2013. Zij beperkt haar loonvordering tot januari 2015, omdat zij vanaf dat moment niet langer beschikbaar was voor werkzaamheden bij werkgever.

Kantonrechter

De kantonrechter overweegt dat sprake is van een oproepovereenkomst, dat dit dienstverband niet is geëindigd en dat werkgever werkneemster daarom had moeten blijven oproepen. Nu de werkgever dit heeft nagelaten, kan werkneemster aanspraak maken op het loon overeenkomstig de gemiddeld gewerkte uren over het laatste half jaar van 2012. De loonvordering wordt derhalve toegewezen en werkgever gaat in hoger beroep.

Juridische uitdaging of HR vraagstuk?

CLINT | Littler zorgt voor heldere oplossingen. Kom in contact met een van onze arbeidsrecht advocaten of mediators.

Hof

Werkgever stelt dat sprake was van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en niet, zoals de kantonrechter oordeelde, van een oproepovereenkomst. De kantonrechter heeft niets gedaan met de stellingen van beide partijen dat inmiddels sprake was van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Door niettemin te oordelen dat werkgever werkneemster had moeten blijven oproepen, is het verweer van werkgever dat vanaf februari 2013 niet meer is gewerkt en alleen al daarom geen aanspraak op loon bestond, ten onrechte onbesproken gebleven.

Dit verweer slaagt. Volgens het hof is de kantonrechter ‘buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden’. Hij heeft zijn oordeel namelijk gebaseerd op een ander uitgangspunt dan waarvan partijen zelf waren uitgegaan. De kantonrechter had de overeenkomst niet zelf mogen uitleggen nu partijen het erover eens waren dat sprake was van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Recht op loon?

Nu sprake was van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd terwijl werkneemster vanaf februari 2013 niet meer heeft gewerkt, is de vraag of zij toch recht op loon had.

Nu werkgever werkneemster te kennen heeft gegeven dat zij (in ieder geval voorlopig) niet op haar werk hoefde te verschijnen en zij dat ook niet meer heeft gedaan, oordeelt het hof dat het niet verrichten van arbeid voor rekening van werkgever komt. Werkgever heeft namelijk gezorgd voor onduidelijkheid over het verdere verloop van het dienstverband door niet klip en klaar aan te geven dat zij (eventueel) afscheid van werkneemster wenste te nemen in de vorm van een – al dan niet rechtsgeldige – beëindiging van het dienstverband.

De volgende vraag is hoe de houding van werkneemster in dit licht moet worden gewogen. Volgens het hof heeft zij na het incident met carnaval in 2013 niets meer van zich laten horen, is niet verschenen op haar werk en heeft nimmer aanspraak gemaakt op loon, terwijl ze zelf uitging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Door drie jaar niets te doen heeft werkneemster het er welbewust gewoon bij laten zitten en zich niet bereid getoond haar werkzaamheden te verrichten. De door werkgever gecreëerde onzekerheid over het verdere verloop van het dienstverband legt daarbij onvoldoende gewicht in de schaal. Om die reden kan werkneemster geen aanspraak meer maken op loon.

orange-corner-2-004

Over de auteur

Eric van Dam

+31 (0)6 101 72 222

evd@clintlittler.com

Laatste nieuws

Wil je op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Bekijk alle artikelen op onze blog.

Plan een adviesgesprek.

orange-corner-2-002
orange-round-corner-2-002

Een second opinion nodig? Of sparren over een casus? Kom in contact met een van onze arbeidsrecht advocaten of mediators.